De honingboom (Styphnolobium japonicum) op de hoek van de Dahliastraat en de Zonnebloemstraat in Nijverdal

Terwijl de eerste eikels in augustus van de eiken vielen, bloeiden de laatste bloemen van de honingboom.
De roomwitte afgevallen bloemblaadjes verraadden zijn aanwezigheid. Voor mij de reden om omhoog te kijken en te ontdekken dat er nog bloemen te zien waren en hoe de blaadjes eruitzagen.

Honingboombloesem op straat


De lange veelbloemige pluimen geuren in de augustus zo sterk dat vele insecten worden aangetrokken, vandaar de naam; honingboom. De bladeren bestaan uit deelblaadjes die tegenover elkaar staan met aan de top een enkel blaadje.
In de late herfst zullen de ingesnoerde peulvruchten aan de boom te bezichtigen zijn. Ze lijken net op lange hangende oorbellen als kraaltjes aan elkaar geregen.
De honingboom is een eenhuizige, bladverliezende boom die al vroeg in Japan is geïntroduceerd en bij tempels en op begraafplaatsen werd aangeplant. Dat gegeven vind je terug in de Engelse naam van de boom; the japanese pagode tree.
In 1747 werd de honingboom in Europa ingevoerd. De botanicus Bernhard de Jussieu zette hem in dat jaar in de Parijse Jardin des Plantes.
De laatste jaren wordt de boom ook in Nederland in groten getale aangeplant, omdat deze goed bestand blijkt te zijn tegen extreme hitte, langdurige droogte en daarnaast verdraagt hij vervuilde lucht.

Honingboom op de hoek van de Dahliastraat en de Zonnebloemstraat in Nijverdal

Ook in Nijverdal staan op verscheidene plaatsen honingbomen waaronder op de hoek van de Dahliastraat en de Zonnebloemstraat bij het speeltuintje. Deze boom is zo’n 45 jaar oud. De wetenschappelijke naam was destijds Sophora japonica. De boom had die naam aan Linnaeus (1707-1778) te danken. Hij beschreef hem van materiaal dat afkomstig was uit Japan, vandaar de naam japonica. Hij wist toen niet dat het land van herkomst China/ Korea was en de Japanners hem al vele eeuwen daarvoor uit China hadden gehaald.
Inmiddels is de wetenschappelijke naam Sophora japonica verouderd en wordt deze niet meer gebruikt. Studies uit de vorige eeuw wezen namelijk uit dat Linnaeus zich nogmaals vergist had. Sophora japonica verschilde duidelijk van andere soorten binnen het geslacht Sophora. De honingboom bleek nauwer verwant aan soorten binnen het geslacht Styphnolobium. De boom gaat nu om die reden wereldwijd als Styphnolobium japonicum door het leven.

Locatie: op de hoek van de Dahliastraat en de Zonnebloemstraat in Nijverdal
Coördinaten: 52.361858667359,6.462172610519
Bron:
* Bronnen algemeen.

De stam van de honingboom

Geplaatst in Bomen, Natuurbericht | Een reactie plaatsen

De Beatrixboom aan de Bremweg in Nijverdal


Op 31 januari 1988 vierde koningin Beatrix haar vijftigste verjaardag. Ter gelegenheid daarvan zijn op zo’n 620 plaatsen in ons land ‘Beatrixbomen’ geplant. In de gemeente Hellendoorn zijn ze in verscheidene dorpskernen te bewonderen. Ze zijn te herkennen aan het gedenkplaatje. Met het planten van de ‘Beatrixbomen’ kwam er een einde aan een Oranjeboomloos tijdperk van zo’n drie jaar. Een Oranjeboom is een boom die is geplant ter gelegenheid van levensgebeurtenissen van de Nederlandse koninklijke familie, zoals een geboorte, kroonjaar verjaardag of huwelijk. Bij de reconstructie van de Grotestraat in 1985 moest de enige Oranjeboom, de Wilhelminaboom (geplant in 1898), wijken. De ‘Beatrixboom’ in Nijverdal stond vóór het NS-station in de Stationsstraat. Na de verhuizing van het NS-station stond de boom letterlijk en figuurlijk in de weg.

Beatrixboom in de Stationsstraat

In 2023 heeft de boom eindelijk een nieuwe plek gekregen nabij het speeltuintje aan de Bremweg.

Beatrixboom aan de Bremweg

Het is een Hollandse linde (Tilia europaea ‘Euchlora’.) Uit een inventarisatie van de Bomenstichting blijkt dat de meeste Oranjebomen linden zijn. Waarom linden? Dat is niet met zekerheid te zeggen. Wel is bekend dat de linde altijd een geliefde boom is geweest. Bij de Germanen was de boom gewijd aan Freya, de godin van huiselijk geluk en huwelijk. Ze geloofden dat de linde voorspoed en geluk bracht. Net als onder de eik werd onder de linde in vroeger tijd recht gesproken. Onder oude documenten staat soms “iudicium sub tilia” (rechtszitting onder de linde). De boom wordt ook om andere redenen gewaardeerd: hij stelt geen hoge eisen aan de bodem, groeit tamelijk snel en kan een hoge ouderdom bereiken. Hij laat zich makkelijk snoeien en uit de bloesems bereiden de bijen de heerlijke lindebloesemhoning. Het is waarschijnlijk een samenspel van symbolische en praktische redenen waarom de linde tot Oranjeboom is geworden.

Gedenkplaatje Beatrixboom

Locatie: bij het speeltuintje aan de Bremweg in Nijverdal
Coördinaten: 52.35885931058877, 6.462008523620937
Bronnen:
* Bomenfietsroute door Nijverdal, Hellendoorn en omgeving, IVN Hellendoorn-Nijverdal 1995
* Voskuil, B., Polvliet, P. B. W., & Wandemaker, R. (1991). Bomen voor Oranje.

Geplaatst in Bomen, Natuurbericht | Een reactie plaatsen

Drie Europese hopbeuken (Ostrya carpinifolia) aan de Bergleidingweg in Nijverdal

Een Europese hopbeuk is een onopvallende boom. Als de boom echter vruchten draagt, is deze makkelijk van andere soorten te onderscheiden. Aan de Bergleidingweg staan drie Europese hopbeuken. Ze zijn in 2020 in het gras geplant. De middelste is duidelijk jonger dan de andere twee.
De boom komt van oorsprong voor in Zuid-Europa en West-Azië, waar die groeit op zonnige, rotsachtige hellingen. Het feit dat de Europese hopbeuk goed gedijt in zulke warme, droge en versteende omstandigheden, maakt de boom erg geschikt als stadsboom. Door de klimaatverandering zijn de boomkwekers op zoek gegaan naar bomen die minder last hebben van warmtestress en droogte. Volgens hen is de Europese hopbeuk de ideale boom voor de toekomst.
De Ostrya carpinifolia is een kleine boom van hooguit 15 meter hoog.

Drie Europese hopbeuken aan de Bergleidingweg aan de kant van nr. 70

De Europese hopbeuk is géén beuk en ook géén hop
Het woord beuk in de naam van de loofboom is misleidend. Hopbeuken maken geen deel uit van de beukenfamilie, maar behoren tot de berkenfamilie (hetzelfde geldt ook voor de haagbeuk, elzen, hazelaars en natuurlijk de berken). Deze verwantschap is gemakkelijk te herkennen aan de bloeiwijze. Net als bij de berk, hazelaar of haagbeuk is de mannelijke bloeiwijze een hangend katje – een typisch kenmerk van de berkenfamilie.

Het eerste deel van het woord hopbeuk heeft de boom te danken aan de vorm van de vrucht. Deze doet namelijk denken aan de hopbellen die aan de hopplant groeien. Je kunt er echter geen bier mee brouwen.

Vruchten Europese hopbeuk

Bijzonderheden

  • In het boek ‘Bomenmuseum in de Haagse wijk Wateringse Veld’ las ik dat de Ostrya carpinifolia al in 1724 in Europa gekweekt werd, maar de boom wordt pas de laatste decennia om eerdergenoemde redenen op grotere schaal aangeplant.
  • De Europese hopbeuk en de haagbeuk lijken veel op elkaar. Bij twijfel bieden de verschillen tussen de blaadjes van beide soorten uitkomst. De zijnerven van de blaadjes vertakken zich soms bij de Europese hopbeuk tegen het einde, wat bij de haagbeuk nooit voorkomt; het is maar een weet!
  • De Europese hopbeuk is eenhuizig Dat wil zeggen dat op dezelfde boom zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen groeien.
  • Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Ostrya, is afgeleid van het Oudgriekse ‘ostrua’, wat ‘beenachtig’ betekent. De boom kreeg die naam vanwege het harde hout. Carpinifolia kun je vertalen als ‘ met bladeren als van ‘Carpinus’ (haagbeuk).
  • Ötzi en Ostrya carpinifolia
    Ötzi is een ijsmummie van een man die op 19 september 1991 in de Italiaanse Ötzlater Alpen is gevonden. Uit onderzoek bleek dat de man tussen 3365 en 2931 geleefd heeft. In zijn maag-darmstelsel bevonden zich de resten van maaltijden. De vondst van pollen van de Europese hopbeuk (Ostrya carpinifolia), bewijst dat de Europese hopbeuk toen al in dat deel van Europa voorkwam.

E. hopbeuk met vertakkingen aan de zijnerven_________Haagbeuk, geen vertakkingen aan de zijnerven

Locatie: hoek Bergleidingweg / Hexelerweg in Nijverdal aan de kant van nr.70
Coördinaten: 52.35171,6.46857
Bron:
* Bronnen algemeen.

Geplaatst in Bomen, Natuurbericht | Een reactie plaatsen

Prunus ‘Jacqueline’ bij het Shell pompstation aan de Rijssensestraat 146 in Nijverdal

Bloeiende blijmakers worden ze wel genoemd, de bloeiende bomen en struiken die in maart en april de lente een vrolijk aanzien geven. Je ziet ze overal in tuinen en in het openbaar groen. Laatst werd ik gewezen op een boom die bij het Shell pompstation aan de Rijssensestraat staat. Je bent er voorbij voordat je er erg in hebt, maar wandelaars raad ik aan om de boom tijdens de bloei eens van dichtbij te bekijken, want het is een boom met een verhaal.

Het is een sterk groeiende middelmatig grote boom. Uit donkerroze bloemknoppen komen zachtroze bloemblaadjes. De komvormige bloemen zijn ruim 4 centimeter in diameter. De bloei vindt afhankelijk van standplaats en temperatuur plaats in maart tot half april. Een goede eigenschap van deze sierkers is de prachtige oranje herfstkleur.

Arboretum Kalmthout bezit een uitgebreide collectie Japanse sierkersen. Spontane zaailingen ontspruiten overal in de arboretumtuin door toedoen van vogels die de kersenpitten overal verspreiden.

Eén van die zaailingen viel tuinchef Eddy Avanture in 1992 op door zijn mooie roze bloemen. Het boompje werd overgeplant naar de kwekerij. Na enkele jaren kreeg het boompje een definitieve plek in de tuin. Als eerbetoon aan zijn in 1992 overleden moeder heeft Eddy Aventure de kers de naam Prunus ‘Jacqueline’ gegeven. De boom is nu bij diverse boomkwekerijen te koop.

Locatie: Bij Shell pompstation aan de Rijssensestraat 146, Nijverdal
Coördinaten: 52.357141,6.464086
Bronnen:
* Bronnen algemeen.
* Facebook Arboretum Kalmthout.

Geplaatst in Bomen, Natuurbericht | Een reactie plaatsen

Schietwilgen (Salix alba) aan de Hexelerweg in Nijverdal

Op de grens van de gemeenten Wierden en Hellendoorn waar de Slagsweg overgaat in de Hexelerweg staan aan de linkerkant een aantal schietwilgen. Voor het huis zijn ze geknot en een paar meter verderop zijn ze uitgegroeid tot bomen. Schietwilgen vragen een vochtige tot natte, voedselrijke grond. Ze staan hier langs het smalle slootje dus op de juiste plaats.

Schietwilg

Je maakt van een schietwilg een knotwilg door de top van een jonge schietwilg op ongeveer 2 meter af te zagen. Op die plaats ontspruiten dan al gauw tientallen takken.
Door dit om de 2 tot 3 jaar te herhalen houd je de boom laag en ontstaat er in de loop der jaren de kenmerkende knot.

Knotwilg

Vroeger gebruikte men de lange stevige en buigzame takken voor allerlei zaken zoals voor het maken van manden, afscheidingen en dergelijke.
Tegenwoordig worden wilgen meestal geknot om dat mensen dat mooi vinden en makkelijk in onderhoud.
De schietwilg groeit al heel lang in Nederland en zijn heel belangrijk voor de biodiversiteit. Veel ongewervelden met name insecten vinden er onderdak en voedsel.
De schietwilg is tweehuizig; de mannelijke en vrouwelijke bloemen groeien in de vorm van katjes aan aparte bomen. Deze katjes vormen een bron van nectar en stuifmeel voor heel veel insecten. Sommige vogels waaronder eenden en zoogdieren zoals marterachtigen nestelen tussen de takken en/of in holten.

De lancetvormige bladeren met de grootste breedte in het midden

Locatie: op de grens van de gemeenten Wierden en Hellendoorn waar de Slagsweg overgaat in de Hexelerweg, Nijverdal
Coördinaten: 52.340120,6.483398
Bron:
* Bronnen algemeen.

Geplaatst in Bomen, Natuurbericht | Een reactie plaatsen

Magnolia ‘Rose Marie’ aan de Rijssensestraat in Nijverdal

Magnolia ‘Rose Marie’ 3 mei 2023

De magnolia is een geliefde boom in Nijverdal. Ze zijn veel in tuinen te vinden, maar ook de gemeente heeft ze op diverse plaatsen aangeplant.
In bomenboeken wordt de magnolia ook wel beverboom genoemd. Met heel veel fantasie kun je inderdaad in de knoppen van de magnolia een staart van een bever herkennen. Ik houd het echter liever bij magnolia.
Op deze site staat ook een beschrijving van de tulpenboom (Liriodendron tulipifera). Deze boom is nauw verwant aan de magnolia. Ze behoren beiden tot de Magnoliaceae.
Om magnolia’s ‘in het wild’ te zien, moet je naar Midden-Amerika en/of Oost-Azië. gaan. De bomen trokken door hun grote en bijzondere bloemen de aandacht van boomkwekers. Deze hebben het sortiment met een groot aantal cultivars uitgebreid. De cultivars zijn niet altijd raszuiver en zijn daarom moeilijk te determineren.

De roze met witte bloem staat mooi rechtop.

De magnolia’s die aan de Rijssensestraat tussen de Beltmolenweg en de Schansertweg staan, zijn Magnolia’s ‘Rose Marie’. (Het label met de naam hing nog aan een van de boompjes). Veel magnolia’s bloeien vroeg in het voorjaar. Dat gaat meestal goed, maar bij nachtvorst kunnen de bloemen bevriezen. De boom zelf heeft er overigens weinig nadeel van.
De cultivar Magnolia ‘Rose Marie’ is een laat- en langbloeier. Deze variëteit kan tot in mei bloeien (± 4 weken later dan de vroege bloeiers) en wel 6 weken bloemen dragen.

Locatie: Rijssensestraat in Nijverdal, tussen de Beltmolenweg en de Schansertweg
Coördinaten: 52.36207, 6.46027
Bron:
* Bronnen algemeen.

Geplaatst in Bomen, Natuurbericht | Een reactie plaatsen

Toringo-appels (Malus toringo ‘Brouwers Beauty’) aan de Schansertweg in Nijverdal

Fietsend op de Holterweg zag ik vanuit mijn rechterooghoek wit bloeiende boompjes in de Schansertweg. Ik had toen niet veel tijd, maar een paar dagen later ben ik toch maar even gaan kijken. Het blijken Malus toringo ‘Brouwers Beauty’ te zijn. Sommige bomen kun je ongezien voorbijlopen maar je moet wel in een heel bijzondere gemoedstoestand verkeren, wil dat begin mei met deze sierappelbomen gebeuren. De Malus toringo ‘Brouwers Beauty’ van plm. 4 à 6 meter hoog zijn een witte weelde door de overvloedige bloesem.

Niet zonder elkaar
Je staat er misschien niet bij stil, maar deze boompjes moeten heel hard werken om deze witte bloemen aan te maken. In het boek ‘Niet zonder elkaar’ staan hierover interessante verhalen. Zo is te lezen dat meer dan de helft van de planten gele of witte bloemen heeft. De productie van wit vraagt minder energie dan de aanmaak van bijvoorbeeld anthocyanen (rode kleurstoffen). Ook kun je in het boek vinden dat witte bloemen vooral zweefvliegen en kevers aantrekken.


Appeltjes
In het najaar verschijnen de gele/geeloranje mini-appels. De appeltjes (als je er een doorsnijdt, zie je namelijk een klokhuis) zijn een lekkernij voor o.a. de pestvogels. Eind november 2016 trok een aantal appeltjes etende pestvogels de aandacht van een grote groep vogelaars. Er werd op de sociale media en zelfs in de krant melding van gemaakt. Bij afwezigheid van (pest)vogels blijven de mini-appels lang aan de bomen hangen.


Hortus Botanicus Leiden
In 2016 herdacht de Hortus Botanicus Leiden het feit dat 150 jaar geleden de Duitse arts Philipp Franz Balthasar von Siebold (1796-1866) overleed. Hij werkte in Nederlandse dienst tussen 1823 en 1829 op de handelspost in Deshima in Nagasaki, Japan. Hij stuurde van daar bollen, zaden en levende planten naar de Nederlanden. Daarvan staan nu nog zeker vijftien originele exemplaren in de Leidse Hortus.
Daartoe behoorde van 1845 tot in de twintigste eeuw ook de eerste Malus toringo van Nederland. De boom werd uit zaad opgekweekt door Von Siebold, die een kwekerij had in de buurt van Leiden. Een kennis van hem, een zekere Textor, had die zaden meegebracht uit Japan. De gekweekte Malus toringo ‘Brouwers Beauty’ is door de voormalige boomkwekerij Brouwers uit Groenekan op de markt gebracht.

Philipp Franz Balthasar von Siebold (1796-1866

Locatie: aan de Schansertweg in Nijverdal
Coördinaten: 52.360550780039,6.456838252404
Bron:
* Bronnen algemeen.


Geplaatst in Bomen, Natuurbericht | Een reactie plaatsen

Japanse zelkova (Zelkova serrata) aan de Godfried Bomansstraat in Nijverdal


Van kijken naar zien
In 1993 heb ik een bomenwandeling bijgewoond door het Arboretum Poort Bulten in de Lutte onder leiding van Theo Janson. Dhr. Janson was docent aan de Middelbare Tuinbouwschool te Fredenksoord en auteur van het boek ‘Stadsbomenboek van Acer tot Zelkova’. Hij liet ons toen ook zelkova’s.zien. Dat was voor mij de eerste keer dat ik bewust de stam, takken en bladeren van een zelkova bekeek.

Zelkova serrata

De kroon van de Japanse zelkova is breed, waaiervormig tot rond. Het eivormig tot langwerpig blad is zachtgroen.

Blad van de Zelkova serrata (Foto Boomkwekerij Ebben)

De herfstkleur is bronsrood tot oranjegeel.

Blad van de Zelkova serrata in herfstkleur (Foto Boomkwekerij Ebben)

De Japanse zelkova groeit goed in een verscheidenheid aan grondsoorten, van klei tot zand. De boom prefereert een plek in de volle zon, maar kan ook in halfschaduw overleven. De boomsoort is bestand tegen droogte, luchtverontreiniging en ziekten, wat hem een ideale keuze maakt voor stedelijke omgevingen.

De stam van de Zelkova sarrata

De schors van de boom is grijsachtig-bruin van kleur en heeft fijne groeven. De boom kan in Nederland een hoogte van 15 meter bereiken. De boom komt van nature voor in Japan, Korea en China. Daar zijn hoogtes van meer dan 25 meter niet ongewoon.

Locatie: de Godfried Bomansstraat in Nijverdal
Coördinaten: 52.357525105245,6.471517903836
Bronnen:
* Bronnen algemeen.
* Zelkova, het hoogtepunt ligt in de herfst.* De Zelkova, schijnt geen iep te zijn.


Geplaatst in Bomen, Natuurbericht | 2 reacties

Moerascipressen (Taxodium distichum) in het Mozartpark te Nijverdal

Bij de Regge in Groot-Lochter ligt het Mozartpark. Er is destijds een moerassig gebied gecreëerd wat gelegenheid bood om enkele moerascipressen te planten. Zoals de naam al aangeeft, gedijen deze bomen goed op vochtige plaatsen.

Moerascipres in Groot-Lochter

Ze groeien van nature in moerassen in het zuidoosten van de Verenigde Staten. De Britse plantenverzamelaar John Tradescant heeft de boom rond 1640 in Engeland geïntroduceerd. De boom was een bezienswaardigheid; hij verliest namelijk in de winter al zijn naalden. Het werd een gewild object voor de arboreta en boomverzamelaars met buitenplaatsen en landgoederen.

Kale takken van de moerascipres

De moerascipres vraag veel ruimte, want onder ideale omstandigheden kan de boom wel 30 tot 50 meter hoog worden. Door het uitgebreide wortelstelsel is de boom bestand tegen de zwaarste stormen.
Moerascipressen vormen op oudere leeftijd knie- of ademwortels (pneumatoforen) die als bruine stobben boven het wateroppervlak uitsteken. Ze zijn hol, bevatten lucht en men veronderstelt dat ze helpen om de wortels in de drassige grond van de benodigde zuurstof te voorzien.
De moerascipres is een eenhuizige boom. Dit betekent dat op de boom zowel vrouwelijke als mannelijke bloemen voorkomen. Kenmerkend zijn de twee grijze strepen aan de onderkant van de naalden en het feit dat de naalden niet tegenover elkaar staan. De vrouwelijke bloemen kunnen uitgroeien tot een ronde ongesteelde kegel van ± 3 cm groot.

Moerascipres met naalden

Locatie: in het Mozartpark aan de Mozartlaan en de Regge in Nijverdal
Coördinaten: 52.35265, 6.48209
Bron:
* Bronnen algemeen.

Geplaatst in Bomen, Natuurbericht | Een reactie plaatsen

Davids esdoorn (Acer davidii) op de hoek van de Bergleidingweg en de P.C. Stamstraat in Nijverdal

20 biljard mieren
Volgens een nieuwe schatting leven er 20 biljard mieren op aarde. 20.000.000.000.000.000. De onderzoekers schrijven in hun artikel in het gezaghebbende wetenschappelijke tijdschrift PNAS dat de mieren op aarde meer wegen dan alle zoogdieren en vogels bij elkaar. De auteurs melden in hetzelfde artikel dat er wereldwijd 15.700 mierensoorten voorkomen.
Hoeveel soorten bomen zijn er bekend?
Bij het lezen van het artikel over mieren vroeg ik me af hoeveel soorten bomen er op de aarde voorkomen. Na meer dan twee jaar onderzoek zijn wetenschappers eruit. Het zijn er tot zover bekend 60.065. Dat maakte de Botanic Gardens Conservation International bekend in een paper in het Journal of Sustainable Forestry.

Davids esdoorn (Acer davidii)

Niet gek dus dat je bomen aantreft, waarvan je de naam nog nooit gehoord hebt.
Dat was een paar maanden geleden bij mij het geval. Ik zag toen voor het eerst een Davids esdoorn. Hij staat op de hoek Bergleidingweg/ P.C. Stamstraat. Het is een boom met een merkwaarig kronkelig gestreepte bast.

Bast van de Davids esdoorn

Hoewel de bast van deze boom van boven naar beneden flink beschadigd is, lijkt de boom veerkrachtig; de bladeren, takken, en vruchtjes groeien alsof er niets aan de hand is.
De boomsoort is genoemd naar de ontdekker pater Armand David (1826-1900). In 1902 was de soort voor het eerst in Europa te zien.

Locatie: hoek van de Bergleidingweg en de P.C. Stamstraat in Nijverdal
Coördinaten: 52.352694, 6.478222
Bron:
* Bronnen algemeen.

Geplaatst in Bomen, Natuurbericht | Een reactie plaatsen