Gewone vleugelnoot (Pterocarya fraxinifolia) langs de F35 aan de noordzijde van het station Nijveral

De bouw van de tunnel in Nijverdal ging ten koste van de gewone vleugelnoten (Pterocarya fraxinifolia) langs de Piet Heinweg.
Nadat het tunnelplan gerealiseerd was, zijn er in 2015 zeventien nieuwe exemplaren aangeplant langs de F35 (fietssnelweg) aan de noordzijde van het station.
De gewone vleugelnoot is geen inheemse boom. Deze bomen kwamen oorspronkelijk alleen voor in de Kaukasus en in Iran, Noord-Irak en Turkije. In deze gebieden groeit de gewone vleugelnoot van nature langs rivieren, wat aangeeft dat de boom van een vochtige, vruchtbare bodem houdt. In Nederland wordt de gewone vleugelnoot vaak aangeplant om parken, pleinen en lanen te verfraaien.

Volgens de boeken zijn de eerste zaden van de gewone vleugelnoot in 1782 ingevoerd. Ik vraag men altijd af hoe men dit zo zeker weet. Een feit is echter dat er anno 2002 een aantal monumentale Gewone vleugelnoten in Europa aantreft, waarvan men de ouderdom op zo’n 200 jaar schat. Om de dikste gewone vleugelnoot van Nederland te bekijken moet je naar Middelburg gaan. In de voormalige kruidentuin van de Weesschool vind je er een met een stamomtrek van 780 cm.

Bijzonderheden:

  • De gewonde vleugelnoot vormt een dicht bladerdak op een relatief korte stam. De schors heeft een gegroefd uiterlijk met opvallende lange gevlochten banden. Verder kenmerkt de boom zich door de vorming van worteluitlopers. Her en der verschijnen dan kleine ‘boompjes’ op de worteluitlopers. Jonge gewone vleugelnoten zijn vorstgevoelig, maar hoe ouder ze zijn, hoe winterharder ze worden
  • De gewone vleugelnoot heeft geen knopschubben om de knoppen. De knoppen zijn naakt en worden licht beschermd door een dichte tooi van bruine sterharen. Ze zijn in de winter al te zien. Je kunt dan ook goed zien waar de afgevallen bladeren gezeten hebben. Net als bij de paardenkastanjes zijn er grote bladlittekens te bewonderen.
  • De mannelijke en vrouwelijke bloemen verschijnen rond april, mei aan dezelfde boom. De vrouwelijke katjes zijn soms wel 30 cm lang, de mannelijke zijn korter. Aan de vrouwelijke katjes groeien de sierlijke vruchtjes. De vrouwelijke bloempjes zijn in mei goed te bekijken. Ze zitten aan dunne slierten. Ze zijn klein en groen met twee witte of lichtrode stempeltjes. Uit de bloempjes groeien de vruchtjes, die de grootte hebben van erwt. Ze zijn niet eetbaar. Ze zijn voorzien van twee vleugeltjes. De vleugeltjes maken het mogelijk om wat verder van de boom weg te dwarrelen. De gewone vleugelnoot heeft zijn naam te danken aan “die nootjes”.
  • Bij de eerste aanblik vond ik bladeren van de gewone vleugelnoot veel op die van es lijken. Dat bleek zo gek nog niet te zijn fraxinifolia betekent esachtig blad. De bladeren van de gewone vleugelnoot zijn echter grover en langer: wel 20 tot 65 cm lang. Het blad is samengesteld en bestaat uit een 15   23 aantal blaadjes. Het is in de zomer donker olijfgroen, in de herfst goudgeel gekleurd.  De gewone vleugelnoot is een bladverliezende boom met lange bladeren; wel 20 tot 60 cm lang. Het blad is samengesteld en bestaat uit een 15 – 23 aantal bladparen. Het blad is in de zomer donker olijfgroen, in de herfst goudgeel gekleurd.

Locatie:
Achter het station tussen de eerste fietsbrug over de tunnel en de Van der Muelenweg
Coördinaten: 52.366650, 6.462203

Bron:Graaff de, Gerrit, ‘Monumentale bomen in Nederland, Amsterdam, Uitgeverij Boom, 1991

Geplaatst: 2019-04-04

Dit bericht is geplaatst in Bomen, Natuurbericht. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.